De Stad Gent heeft als eerste stad in Vlaanderen het hitte-eilandeffect in kaart gebracht. In het centrum van Gent is het gemiddeld 3°C warmer dan daarbuiten en dit verschil kan oplopen tot 8°C op hete dagen. Dat is de conclusie van onderzoekers van het VITO en de UGent, die de hittestudie uitvoerden in opdracht van de Stad Gent. Meer groen, meer water, meer schaduw en minder verharding kunnen zogenaamde nieuwe hitte-eilanden voorkomen.
Een stedelijk hitte-eiland of Urban Heat Island (UHI) ontstaat wanneer er een temperatuurverschil optreedt tussen de stad en haar omliggende platteland. Dit temperatuurverschil is vooral een gevolg van de bebouwde en verharde omgeving in een stad. Een stad is opgebouwd uit harde materialen zoals asfalt, beton of natuursteen. Die slaan meer warmte op en geven die vertraagd weer af aan de lucht. In een stad is er ook minder verdamping omdat er minder groen is en de bodem meer afgedicht is. Die extra warmte is vooral 's avonds en 's nachts voelbaar in de luchttemperatuur. Maar ook overdag valt er een duidelijk temperatuurverschil op te merken door de hogere opwarming van de straatstenen, gevels, daken, enz.
Het stedelijk hitte-eilandeffect maakt vooral op hete dagen de stad nog warmer en dat versterkt een gevoel van onbehagen. Tijdens een hittegolf moeten er in de stad dus zeker extra gezondheidsmaatregelen worden genomen.