
De oproep van de Stad Gent naar onbebouwde gronden nabij een Gentse campus heeft 7 percelen opgeleverd waar duurzame, grootschalige studentenhuisvesting effectief een optie is. Voor eventuele toekomstige projecten is er zo al een belangrijke eerste horde genomen.
Zoals alle andere studentensteden kampt ook Gent met een tekort aan studentenhuisvesting. Daarom ging de Stad Gent eind mei 2022 op zoek naar onbebouwde gronden van minimaal 1.000 vierkante meter goed bereikbaar met openbaar vervoer of fiets van de campussen. Bedoeling was om zo vroeg mogelijk de haalbaarheid van eventuele toekomstige projecten na te gaan, en om grondeigenaars en projectontwikkelaars al vroeg met elkaar in contact te brengen.
Vooral projectontwikkelaars reageerden op de oproep van de Stad. Uiteindelijk werden 28 gronden voorgesteld. Na een grondige screening bleven 7 percelen over waar duurzame, grootschalige studentenhuisvesting wel degelijk een optie is. Voor de projectontwikkelaars die er met zo’n project willen starten, is er zo al een belangrijke eerste horde genomen.
"We hebben de percelen grondig gescreend. Zeven percelen blijken geschikt voor duurzame, grootschalige studentenhuisvesting. Zo willen we projecten sneller van de grond helpen, want de nood aan studentenhuisvesting blijft hoog."
Tine Heyse, schepen van Wonen
Een vergunning voor studentenhuisvesting aanvragen, gebeurt uiteraard ook via de gewone weg. Via de Balie Bouwen werden dit jaar op die manier al 5 projecten vergund, samen goed voor 417 studentenkamers. Sinds 2010 gaat het om 43 projecten, in totaal goed voor 4.079 studentenkamers.
Op de meeste percelen die niet in aanmerking komen voor grootschalige studentenhuisvesting, is wel een andere woonontwikkeling mogelijk. Een derde daarvan komt in aanmerking voor sociaal wonen. Voor deze percelen zullen ook de nodige contacten gelegd worden om dit mogelijk te maken. 7 percelen komen niet in aanmerking om ‘wonen’ op te realiseren. Ook hiervoor begeleidt de Stad verder naar een kwalitatief ontwerp.
Foto: Frieda De Bouver, Wikimedia Commons
Reacties